Slechts negen jaar na de oprichting van de Nederlandse Heidemaatschappij werd zoetwatervisserij aan het portfolio van het bedrijf toegevoegd. In 1905 werd dit uitgebreid naar de Hoofdafdeling Zoetwatervisserij. De aanleiding voor het oprichten van deze nieuwe afdeling was de erbarmelijke staat van de waterkwaliteit en de daarbij behorende visstand in de Nederlandse rivieren, beken en vijvers.
Erbarmelijke staat van waterkwaliteit
De werkzaamheden van de Heidemij bestonden uit het verlenen van advies bij de aanleg en exploitatie van visvijvers, het verschaffen van voorlichting bij het bezetten van wateren en het onderzoeken en verbeteren van de visstand in kleine beken en stromen. Ter verbetering van dit viswater werd strijd gevoerd tegen de grootschalige waterverontreiniging die Nederland plaagde in de eerste helft van de 20e eeuw. Zo werd het verontreinigd fabrieks- en afvalwater verminderd en overwoekerde waterplanten verwijderd door middel van een ‘maaiboot’. Daarnaast werden er invasieve of overheersende diersoorten, zoals de wolhandkrab en kokerjufferlarve, effectief bestreden.
Werkbezoek bij een forellenkwekerij in Gulpen (1917). Uit: Boek Heidemij 60 Jaar (1948).
Kweekvijvers
Om de visstand te bevorderen werd er veel geïnvesteerd in kweekvijvers. De eerste van deze kweekvijvers was te vinden bij Kasteel de Cannenburgh in Vaassen (Gld). In 1901 kwamen de eerste sanders, oftewel de snoekbaars, naar ons land. Zij arriveerden als 50.000 eitjes per trein uit Bohemen (Tsjechië), goed verpakt in houten geïsoleerde kisten onder een pakket ijs om ze koel te houden. Bij aankomst in Vaassen was een groot deel van de geëmbryoneerde eitjes al dood of beschimmeld, maar niettemin leverden de gave exemplaren in het najaar een oogst op van 2000 snoekbaarzen. In de jaren daarna werden vele anderen soorten gekweekt en uitgezet, zoals de goudwinde, zonnevis en karper.
De kweekvijvers in Vaassen (1913). Uit: Jaarboek Nederlandsche Heidemaatschappij 1913.
Kaderrichtlijn Water
Op een steenworp afstand van het huidige Arcadis kantoor in Arnhem was tussen 1913 en 1967 tevens een viskwekerij aanwezig in Sonsbeek. Deze was gebouwd in een oude watermolen (de St. Agnieten-Begijnenwatermolen) en deed dienst als een broedhuis voor het kweken van forellen. Tegenwoordig is in dit gebouw het Watermuseum gevestigd, wat zich bezighoudt met het (zoet)waterbewust zijn van Nederland. De zoetwatervisserij staat vandaag de dag niet bovenaan de agenda van Arcadis, maar een bijproduct van deze werkzaamheden in de eerste helft van de 20e eeuw is de nadruk op de verbetering van de waterkwaliteit en aquatische ecologie. Dit komt uitstekend naar voren in ons huidige project Kaderrichtlijn Water (KRW) van Rijkswaterstaat, waarbij de decennialange ervaring van Arcadis in zoetwaterbeheer zeer goed van pas komt.
De viskwekerij en watergangen in Sonsbeek, Arnhem (midden 20e eeuw). Uit: fotocollectie Nederlandse Heidemaatschappij.